Of het arbo technisch verantwoord is blijft in het midden, maar na de vorige nacht om 2.00 de laatste deelnemers van de jacht op het noorderlicht te hebben afgezet komt het witte busje deze ochtend om 8.30 voorrijden met opnieuw Runar achter het stuur. Zijn onverzorgde manen zijn nog nat en hij kijkt wat slaperig uit zijn ingevallen ogen.
Een reis van een kleine 300 kilometer langs de drie meest bekende bezienswaardigheden van IJsland staat op het programma; de zogenaamde Golden Circle. De koers richting het oosten wordt ingezet, waarbij al snel highway 1 wordt verlaten. Het landschap is waarschijnlijk hagelwit zover het oog reikt, echter duurt het nog zeker anderhalf uur voordat de zon opkomt. Meer dan duisternis aldus niet te onderscheiden. Tegen 10.00 wordt dan eindelijk het glooiend en met sneeuw bedekte landschap langzamerhand zichtbaar. De horizon begint van kleur te verschieten, hetgeen bijzonder afsteekt tegen het winterse landschap. Ondanks dat de wegen zichtbaar sneeuwvrij zijn gemaakt is op een later moment nog neerslag gevallen die voor een gladde en ijzige aanblik zorgen. Runar heeft er echter geen moeite mee en dendert met zo’n 90 kilometer per uur er over heen.
Het is prachtig heldere, maar opnieuw bitterkoude dag. De zon is om 11.00 verrezen aan de horizon en blijft op die positie hangen, waardoor het lijkt dat hij elk weer onder kan gaan. Het eerste hoogpunt dient zich aan; de Gulfoss watervallen. Op zich geen bijzonderheden aan de watervallen zelf qua hoogte of kracht van het water. Het zijn de omgeving en de omstandigheden die het tot een bijzonderheid vormen. Een deel van de waterval is bevroren in een volledig witte omgeving tegen een strakblauwe hemel. De wind kent geen genade en raast meedogenloos rond. Een kwartier buiten vereist minstens een half uur opwarmen in het bezoekerscentrum om alles weer gaande te krijgen. Voor de veiligheid is het pad dat tot dichtbij de watervallen leidt afgesloten om te voorkomen dat bezoekers de diepte in glijden en verdrinken in de stroming van het ijskoude water.
Bij Geysir, het tweede hoogtepunt van de Golden Circle, staat juist warm water centraal. Zoals de naam reeds doet vermoeden betreft het hier een locatie met geisers. Kleine stroompjes met kokend heet water zigzaggen over het terrein. Daarnaast zijn er een aantal kleine geisers waar voortdurend stoom vanuit komt. Publiekstrekker is echter de grote geiser aan de zuidkant van het terrein. Om de vijf tot zeven minuten wordt kokend heet water zo’n 30 meter de lucht in geschoten. De bron rookt, bubbels komen omhoog waardoor de uitbarsting, de IJslanders hebben het over een ‘spouting’, lijkt te gaan beginnen. Een Franssprekende dame van middelbare leeftijd staat klaar om tezamen met een spuitende geiser te worden vastgelegd. Net op het moment dat ze zich omdraait omdat het toch wel erg lang duurt schiet het warme water met een gigantische kracht omhoog, gevolgd door een dampwolk. Verschrikt springt ze opzij. Foto mislukt, weer minstens vijf minuten in de snijdende kou wachten.
Overal in het witte landschap staan de IJslandse paardjes verkleumd in een groepje bij elkaar. Het schijnt dat er van de kou nog nooit één de geest heeft gegeven, doch ziet het er treurig uit. Waterdruppels in hun zwarte manen zijn bevroren. De stukjes stokbrood die ze worden voorgehouden nemen de beestjes dan ook gretig aan.
Vanaf Geysir is nationaal park Thingvellir, het derde hoogtepunt, via verschillende routes te bereiken. Runar kiest voor de mooiste, maar maagdelijk witte route langs het meer Þingvallavatn, dat geen onderdeel van het sneeuwschuif schema uitmaakt en in deze omstandigheden eigenlijk alleen voor voertuigen met een vierwielaandrijving begaanbaar is. De sneeuw kraakt onder de banden, af en toe glibbert de bus naar links en rechts, maar komt toch aardig vooruit, totdat een heuvel zich aan doet. Vol gas knalt de bus door de sneeuw heen, net voldoende om omhoog te komen en in beweging te blijven, waardoor duwen voor de passagiers niet nodig is. Zonder kleerscheuren wordt de parkeerplaats bereikt om vervolgens het park, dat bekend staat om haar diepe kloven en schuivende tektonische platen, te verkennen. Indrukwekkende natuurverschijnselen alom. Het uitzicht vanaf de top van het park is adembenemend. Zoals eigenlijk alles in IJsland.