On the road again

Wederom moet een lange afstand worden overbrugd, deze keer een binnenlandse rit van meer dan 1.000 km. Het aangewezen vervoer hiervoor is ook in Brazilië de nachtbus. De formule is dezelfde, vertrek begin van de avond en aankomst op de plaats van bestemming in de loop van de ochtend. Bestemming is Campo Grande, de stad in Mata Grosso die de toegangspoort tot de Pantanal vormt, één van de grootste moerasgebieden ter wereld en de leefomgeving van bijzondere flora en fauna. Keurig op vertrekt de nachtbus met een hoop gebrom vanaf het busstation van Foz, dat een stukje bij de stad is gelegen. De omgeving is triesteloos, met name in het nog zwakke daglicht. De platforms zijn gevuld met locale die in enorme katoenen tassen goederen vervoeren. Aangezien vele reizigers met dergelijke bagage reizen, zal dit wel gebruikelijk zijn. Nog voordat de stad is verlaten begint het zachtjes te regenen, evenals in de namiddag van de voorgaande dagen. Op voorhand wordt reeds aangekondigd dat er in het eerste deel van het traject in noordwestelijke richting van Brazilië een politiecontrole zich voor zal doen. Feitelijk geen enkel idee of deze controle daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Ook andere details over de reis zijn afkomstig van medereizigers. De lichte regen zou in de loop van de avond en nacht plaats hebben gemaakt voor stevige stortregens, vergezeld gaande van pittige onweersbuien. Het heeft de snelheid niet uit de reis gehaald, de bestuurders schijnen het bochtige traject op een behoorlijke snelheid te hebben afgelegd.

Reizen door verschillende klimaatgebieden binnen een relatief kort tijdsbestek in van airconditioning voorzien transport is niet bevorderlijk voor het menselijk lichaam. Klachten met betrekking tot de zintuigen beginnen op te treden. Meerdere reizigers, waaronder ondergetekenden, kampen in meer en mindere mate met deze problematiek. De nachtbus is dan ook met name de gelegenheid om volledig tot rust te komen, hetgeen het herstelproces verbeterd. Nadeel is dat de reis van 13 uur meer wordt ervaren als een bustochtje van een uurtje en het landschap niet wordt ervaren. Weer een slaapvolle nacht in ieder geval.

Een kwartier voor op schema arriveert de bus op het station van Campo Grande. De toegangspoort van de Pantanal is bereikt, de reis tot de uiteindelijke bestemming daarentegen nog niet. Diep in de Pantanal, op circa een uur van de grens met Bolivia ligt de eindbestemming, een zogenaamde Pousada in de omgeving van Santa Fe.

20130618-182301.jpg

  • Campo Grande oogt als een verzorgde stad. Brede wegen, keurig asfalt waarbij de rijbanen zijn gescheiden door een breed fietspad. Geen afval langs de wegen en ordentelijk huizen. Het doet zelfs een beetje Amerikaans aan. De stad wordt verlaten, de lucht is grijzig. Zonsopgang had reeds plaats moeten vinden in, gezien het subtropische klimaat van Brazilië, ondanks het feit dat het winter is. Donkere wolken schuiven op hogere snelheid langs elkander, terwijl de lucht steeds verder betrekt. Aan de horizon is nog slechts een minimaal strookje heldere lucht zichtbaar. Een eerste lichtflits schiet vanuit de hemel naar beneden. Binnen een mum van tijd is de lucht volledig dicht gepakt met grijze wolken en verdwijnt ieder uitzicht. Met een behoorlijke kracht klettert het regenwater op het asfalt, daarmee tevens het zicht op zowel de weg als het landschap wegnemend. Fruitverkopers langs de kant van de weg kruipen tussen de rekken met bananen om enigszins droog te kunnen blijven. Bijzonder hoe snel dergelijke tropische bui kan toeslaan. Zwaar vrachtverkeer minimaliseert de kruissnelheid waarmee het tempo uit de reis gaat. De licht bosrijke omgeving oogt sober.

    20130618-182027.jpg

    Het kenmerk van tropische buien is de snelheid waarmee ze ontstaan, maar ook de plotselinge wijze waarop het voorbij is. Grauwe wolken worden verdreven door lichte wolkenpartijen in een licht veranderend landschap. Het is duidelijk waarom dit een moerasgebieden betreft, ondanks dat het thans het droge seizoen is, staan het grasland aan beide zijden van de weg in een laagje water. De begroeiing neemt toe, evenals de hoogteverschillen. Heuvelpartijen worden zichtbaar naarmate de laaghangende bewolking ter hemel trekt. Palmbomen verschijnen her en der in het landschap.

    Nog geen half uur later lijkt het schouwspel zich te gaan herhalen. Opnieuw trekken donkerblauwe wolken dreigend door de lucht, terwijl het licht aan de horizon uitsluitend een nagenoeg zwarte lucht zichtbaar is. De wegen, die overigens voor dit gebied in een goede staat verkeren en waarop een snelheid van 100 km per uur verantwoord mogelijk is, zijn nog lang niet opgedroogd van de vorige uitbarsting. Langer dan verwacht ontspint zich de volgende tropische bui; dezelfde kenmerken en daardoor ontstane beperkingen. In het landschap lijken slootjes en de naastgelegen paden in elkaar op te gaan. Het blijft grijs, pas na uur breekt de hemel heel licht open, een sprankje hoop dat het geen cyclus betreft, maar op plaats van bestemming schapenwolkjes overheersen en het zonnetje aangenaam schijnt. Verveeld staart de bestuurder voor zich uit, op weg naar de volgende vrachtwagen om in te halen op deze enkelbaansweg, nog steeds van acceptabele kwaliteit. De uren achter het stuur hebben hem zichtbaar vermoeid. Miranda, niet een vrouw of meisje, maar de gelijknamige plaatsnaam wordt gepasseerd. De horizon, ontsierd door stalen elektriciteitsmasten tegen een licht glooiend, en kletsnat, landschap breekt weer verder open. Einde van cyclus drie.

    De reis zet zich voort langs eenzelfde landschap, waarbij de cyclus in stand wordt gehouden. Na een rit van circa vijf uur wordt de verharde weg verlaten en is een wissel van transport noodzakelijk. Glanzend met gele belijning maakt plaats voor rode modderige aarde, met grote plassen tussendoor. Afgeladen met bagage en passagiers komt de tractor met aanhanger in beweging voor de laatste kilometers. Alhoewel werd gesuggereerd dat deze weg uitsluitend toegankelijk voor terreinvoertuigen zou zijn, passeert na enkele kilometers een bus in de tegenovergestelde richting. Even later probeert een zwarte Opel corsa de tractor in te halen, een poging waarin de bestuurder slaagt, zij het niet dat deze er verstandiger aan had gedaan zijn raampje dicht te doen. Op het moment van passeren rijdt de aanhanger door een grote poel water, waardoor er veel water opspat en de corsa een bak modder over zich heen krijgt.

    De lucht breekt steeds verder open en het zonnetje begint te schijnen. Na een hobbelige rit van meer dan een uur komen de hekken van de pousada, een kruising tussen een boerderij, ranch en bungalowpark, in zicht en is de reis voor vandaag voltooid.